Sjaan Nel Konijn kreeg afgelopen week vier sterren op de populaire recensiewebsite Hebban! Benieuwd naar de complete recensie? Lees deze hier.
In het nagenoeg verlaten dorpje Bitterkerk maken we kennis met Sjaan Nel Konijn, een stoere meid. Haar deftige, gestresseerde moeder, wilde haar Chanel noemen. Dat had haar milieubewuste, ietwat chaotische vader Barre echter niet zo begrepen. De ouders van Sjaan zijn zo verschillend dat ze hun huis in twee verdeelden. Mama woont in het chique voorhuis. Sjaan en haar vader in een smoezelig achterhuis, waar ook de praktijk van haar vader, om mensen van stress af te helpen, gelegen is. De geslepen burgemeester van het dorpje wil van het dorp een toeristische trekpleister maken met een chique golfbaan. Daarvoor zou ‘Het Haantje’ gesloopt moeten worden. Het Haantje is belangrijk in het dorp want het fungeert als winkel, bar, ontmoetingsplaats en als leslokaal waar Sjaan, Storm en Pien, de enige drie leerlingen, les krijgen. Het is ook de woning van Storm, Sjaans beste vriend, en zijn moeder Lidewij. Sinds Storm weet dat hij moet verhuizen, gedraagt hij zich erg nors en vreemd. Plots gaat er ook van alles mis rond Het Haantje. Sjaan gelooft niet dat het allemaal ongeluk is en gaat op onderzoek uit…
Nadat ze enkele keren hoog scoorde bij een schrijfwedstrijd, ging de bal voor Coco van Rijn aan het rollen en dat resulteerde in dit debuut. Ze haalde inspiratie bij de streek ‘de Krimpenerwaard’ voor de locatie van haar verhaal. Mensen die de buurt kennen, kunnen misschien raden waar de naam ‘Het Haantje’ vandaan komt. Sommige dingen die Sjaan meemaakt, beleefde de auteur zelf in haar thuisdorp Lekkerkerk. De kaft met een illustratie van Iris Boter is aantrekkelijk voor jonge tieners. Boter zorgde ook voor de zwart-witillustraties in het boek.
De actie begint al meteen bij het begin van het boek en de spanning wordt doorheen het verhaal opgebouwd. Dit doordat de kleine puzzelstukjes om het mysterie op te lossen mondjesmaat worden vrijgegeven. Al is de uitkomst voor een ervaren lezer wellicht voorspelbaar, er zijn nog voldoende zijsporen die sommigen aan het twijfelen zullen brengen. Daarnaast voorziet de auteur toch nog in een onverwachts, bijkomend element tijdens de ontknoping. Er zit, mede door het gebruik van korte hoofdstukken, vaart in het verhaal.
De personages vormen een divers, excentriek groepje, ieder met duidelijk aanwezige talenten en minpuntjes. Personages, gebeurtenissen en de voorstelling van de verschillende leefwerelden worden, vooral bij aanvang van het verhaal, vaak heel stereotiep voorgesteld. Een beetje zoals Sjaan het zelf ziet, met veel uitvergroting. Naarmate het verhaal vordert, maakt zwart-witdenken plaats voor nuance. Veel thema’s komen aan bod: milieubewustzijn, een corrupte burgemeester, te gestresseerde mensen, uiterlijke schijn, latrelaties, … Het passeert allemaal de revue op kinderniveau. De auteur schetst doorheen het verhaal een maatschappijkritisch wereldbeeld. Het typerend voorstellen van personen en gebeurtenissen blijkt een slimme zet want het zet de kinderen aan het denken. Coco van Rijns achtergrond als filosofe is nooit ver weg.
“… ze liet me ook zijn wie ik ben. En ik liet haar zijn wie ze is. Dat zouden meer mensen moeten doen.”
Deze filosofische insteek maakt dit boek meer dan een onderhoudend verhaal. Het leent zich ook uitstekend voor een leesclub met kinderen of om te filosoferen in de klas.