RECENSIE DOOR CONNIE SCHELVIS-MENS: 

“Sjaan Nel haar moeder is een dame die zichzelf heel deftig vindt en ze heeft een adviesbureau. Haar vader is de absolute tegenpool van haar moeder, warrig en een goedzak. Haar ouders hebben het huis doormidden gedaan en leven op deze wijze gescheiden van elkaar., en gaan hun eigen gang. Toen Sjaan Nel geboren werd wilde haar moeder haar Chanel noemen maar haar vader verstond Sjaan Nel en gaf dit op bij de gemeente, iets waar haar moeder nog verdrietig om is.

Sjaan haar beste vriend is Storm, die woont met zijn moeder in “het Haantje”, de gezelligste plek in het verlaten dorpje Bitterkerk. Het is de plaatselijke kroeg maar dient ook als schooltje waar Sjaan met Storm en hun vriendin Pien les krijgen.

De dorpsmanager wil dat “het Haantje” gesloopt wordt om ruimte te maken voor een golfbaan. Storm en zijn moeder zouden dan moeten verhuizen naar de grote stad. Omdat ze niet willen verhuizen heeft de dorpsmanager een groot probleem. Heel toevallig gebeuren er wel heel veel ongelukken rond “het Haantje”. Sjaan vertrouwt het niet en gaat op onderzoek uit…

Het boek is een mooie hardcover met een gezellig voorkant. De illustraties van Iris Boter zijn vrolijk en vind je door het hele boek terug.

De genummerde hoofdstukken zijn lekker kort en de zinnen zonder al te moeilijke woorden waardoor het lekker wegleest.

Het centrale thema is vriendschap maar er komt veel meer voorbij in dit boek. Zoals de zakelijke belangen van de dorpsmanager ( een soort goedkope versie van burgemeester), het gemene spel wat er wordt gespeeld en de samenhorigheid van een dorpsgemeenschap.

Hoofdpersonage Sjaan gaat als ware detective ook nog op avontuur waardoor het verhaal een tikje spannender wordt voor de lezer. In het begin had ik het idee dat het wat aan het voortkabbelen was maar eenmaal verder in het verhaal komt dus dat stukje spanning om de hoek kijken.

Verder heeft de schrijfster een prettige vertelstijl en naast het boek heeft de schrijfster ook een website waarop leuke weetjes en lesbrieven staan.”